Met de auto in Andalusië rondrijden, dat is een speciale ervaring.
Zelf ben ik altijd passagier. Ten eerste is dat soms goedkoper bij het reserveren van een huurwagen, ten tweede is het gewoon makkelijker als manlief ‘zijn’ stuur in handen heeft als we met onze eigen wagen gaan.
Onlangs was in een online krantenartikel te lezen dat van alle Europeanen de Spanjaarden de kroon spannen wat betreft toeteren en ander agressief rijgedrag. Een mening die wij niet delen, voor ons zijn Spanjaarden geen wegpiraten. Dat er in de drukke ochtend- en avondspits rond grootsteden als Barcelona of Madrid lustig op los getoeterd wordt, kan ik me wel voorstellen, maar rondtoeren in het landelijke Andalusië is meestal een verademing in vergelijking met het Belgische verkeer. Het wegennet is er goed tot uitstekend en er wordt over het algemeen rustig en beleefd gereden. Rondrijden in Andalusië stelt mij voor andere problemen die toch wel enige bewondering voor de Spaanse automobilist losweken.
Veel van de dorpen of stadjes hier liggen tegen een heuvel aan geplakt. Mooi om te zien, die witte vlekjes in het landschap! Er naartoe rijden, of rondrijden in die dorpjes, dat is soms een ander paar mouwen en dikwijls een uitdaging op zich. Van het ene dorp naar het andere rij je meestal over bergachtige wegen, bocht na bocht, met langs de ene kant de rotsen en aan de andere kant een gapende diepte. Meestal zit ik op die momenten bijna op de schoot van manlief, niet zozeer door zijn rijgedrag, wel door mijn ‘afgrondvrees’. Als we dan eens stoppen aan een mirador, kom ik niet te dicht bij de rand, je weet maar nooit… Die ‘afgrondvrees’ is meestal onterecht maar levert soms ook wel grappige momenten op.
Toen we eens hoog in de Alpujarras langs de straat moesten parkeren omdat ons pensionnetje helemaal bovenaan lag en geen eigen parking had, reed mijn man achteruit de berm op. Zo had ik dat evenwel niet begrepen! Achteruitrijden, zonder afsluiting achter je, bij invallende duisternis… Ik zag alleen maar afgrond en ben toen beginnen panikeren, bijna wenen. Toen de auto stilstond, ben ik direct uitgestapt, met knikkende knieën en een bonzend hartje… en bleek mijn afgrond een weiland te zijn, dat welgeteld 30 cm lager lag dan de straat. Gevaarlijk hé…maar het levert nog steeds lachsalvo’s op als het verhaal verteld wordt.
Dus daarom heb ik een grote bewondering voor al die Spaanse bestuurders, man of vrouw, die hun wagen manoeuvreren door de soms heel smalle en steile straatjes van hun dorpje. En zonder verpinken, of tienmaal naar voor en achter te rijden, hun auto aan de kant parkeren, bijna tegen de gevels aan, zodat iedereen nog kan passeren. Geen gezeur als je even moet wachten omdat de straat geblokkeerd wordt door de chauffeur voor je die een praatje slaat met iemand op de stoep. Even geduld, zonder getoeter, zonder gevloek, zonder handgebaren. Misschien doen ze dat wel, maar hoor ik het gewoon niet, door mijn bewondering voor deze bedreven en galante chauffeurs.
Tip: breng eens een bezoekje aan Setenil de las Bodegas en rij vanuit de westzijde het dorp binnen via de Calle Reyes Catolicos…dan weet je wat ik bedoel.
Wegpiraten
- Sol y Nieve
- Setenil, 7x niets